Zolang als ik mij kan herinneren heb ik getekend. Ik weet dat ik op de bewaarschool (zo heette onze kleuterschool in 1934!) een huisje in perspectief probeerde te tekenen, tot verontwaardiging van juffrouw Nel!
Ook tijdens mijn Lagere Schoolperiode en op de Mulo tekende ik. Dat moest, omdat er tekenlessen werden gegeven. Ik was geen goede tekenaar, maar ik deed het graag.
Veel later, tijdens een tweetal urgentie-opleidingen aan de Sociale Academie, tekende ik in de marge van mijn dictaatschriften, waarin soms te weinig informatie en te veel niet relevante krabbeltjes te vinden waren.
Ook tijdens inleidingen op congressen, die ik voor mijn werk moest bijwonen, ging het tekenen door, nog steeds in de marge van de papieren, die daarbij hoorden. Dat geldt ook voor werkbesprekingen; sommige chefs waren zeer wijdlopig.
Misschien dat het daardoor komt, dat ik de neiging heb om te priegelen, zoals één van mijn tekenmaatjes op dinsdagavond de manier noemt, waarop ik nu soms nog teken. In mijn vrije tijd maakte ik zo nu en gebruik van een schetsboek, maar dat was nagenoeg nooit groter dan A-4 formaat.
|